Wanneer we zo door bouwen dan is het CO2 budget voor de bouw (vastgelegd in de Klimaatwet) al over 7 jaar op. Dat maakt het CO2-budget (CO2-normering) voor de bouw bijzonder actueel. De CO2-emissies moeten binnen de grenzen van de klimaatdoelen blijven. Daarvoor gaat de Rijksoverheid het verminderen van de CO2-uitstoot, ook bij het gebruik van bouwmaterialen bevorderen. De kritiek op de huidige milieuprestatie-eis gebouwen (MPG), is dat bijvoorbeeld houtbouw daarin onvoldoende “beloond” wordt. Het ministerie BZK onderzoekt op dit moment nog hoe die CO2-normering het beste aan de MPG kan worden toegevoegd.
Door meer gebruik te maken van bio-based isolatiematerialen kan CO2 winst worden geboekt ten opzichte van conventionele isolatiematerialen. Al is dat niet bij alle materialen het geval. De grootste winst kan echter worden behaald door gebruik te maken van TONZON isolatie. Dit is het meest koolstofarme isolatiemateriaal ter wereld, zie grafiek.
Het kost heel veel CO2 om een standaard Nederlandse woning te bouwen. W/E Adviseurs heeft voor TONZON een variantstudie gemaakt over de impact op de MPG wanneer je in een standaard nieuwbouwwoning de standaard EPS vloerisolatie vervangt door TONZON Thermoskussens. Ook is de variant berekend waarbij de standaard betonvloer wordt vervangen door hout. De conclusie is dat het combineren van een houten vloer met Thermoskussens een oplossing is voor het verlagen van de MPG-score van de gehele woning. Hoewel de begane grondvloer slechts een klein onderdeel is, daalt de CO2-emissie van de totale woning met 6.5% wanneer de traditionele betonnen vloeren met EPS vervangen wordt door een houten vloer met TONZON. De winst op CO2-emissie van de verschillende varianten ligt tussen de 1,5% en 6,5% van de CO2-emissie van het hele gebouw.
Aanvullend is de milieu-impact van een HSB-variant met beton + EPS (Rc 7,5) en met hout + TONZON (Rc 7,5) berekend. Bij de HSB-variant met houten vloer + TONZON wordt zelfs een winst van 7,2% behaald op de CO2-emissies van het totale gebouw ten opzichte van de HSB-variant met betonnen vloer + EPS. In een video is te zien hoe bij een nieuwbouw woning een houten begane grondvloer wordt gelegd zonder dat er zelfs maar een vrachtwagen aan te pas is gekomen.
In deze vergelijkingen is alleen rekening gehouden met de materiaalgebonden milieulast. Andere eigenschappen zoals gewicht en transportbewegingen, worden in de MPG buiten beschouwing gelaten, maar zijn ook belangrijk. De Thermoskussens zijn bijvoorbeeld licht en compact. Een lager gewicht en minder transportbewegingen van en naar de bouwplaats kunnen zorgen voor een lagere stikstofemissie. Ook is er bij hogere Rc-waardes geen aparte berekening gemaakt voor het energiegebruik. Door meer isolatiemateriaal toe te passen gaat de materiaalgebonden milieulast met TONZON nauwelijks omhoog, terwijl de milieulast van het energiegebruik flink omlaag gaat. Deze ‘winst’ op de milieulast van energiegebruik is niet in kaart gebracht.
Het energetische voordeel bij nieuwbouw kan worden door vertaald naar energierenovaties. Dat blijkt o.a. uit de Classificatietabel Vloerisolatie (zie afbeelding) die door NIBE is opgesteld.
Hierbij kan worden aangetekend dat deze vergelijking is gebaseerd op Rc = 3,5 m²K/W terwijl TONZON op dit moment in de praktijk tot Rc = 7,1 kan leveren zonder dat er een vrachtwagen aan te pas komt. Het volume van alle andere producten is dan zo groot dat voor elke woning een vrachtwagen nodig is.
Lang is gedacht dat het niet uitmaakt waar je begint met isoleren. Inmiddels is duidelijk dat het achterwege laten van vloerisolatie vocht- en schimmelproblemen veroorzaakt en meer huisstofmijten tot gevolg heeft. Dat is de reden dat TKI Urban Energy in alle routeplannen voor woningisolatie het dringende advies heeft opgenomen:
Start met de vloer wanneer je niet alles in één keer kunt doen. Om dit advies kracht bij te zetten, hebben ze afbeelding laten samenstellen waarin dit advies wordt uitgelegd met een qr-code naar één van de routeplannen.
In veel renovatieprojecten blijft vloerisolatie nog achterwege en wanneer het wel wordt toegepast dan let men nauwelijks op de kwaliteit. Toch heeft juist vloerisolatie de grootste invloed op het totale energieverbruik en is het van cruciaal belang voor een energiezuinige, comfortabele en gezonde woning. Het feit dat het bij de bepaling van het energielabel nauwelijks meetelt, mogen we niet als leidraad nemen. Daarvoor is het rekenmodel veel te simpel. Het model is gebaseerd op een stationaire situatie met uniforme temperaturen, binnen, buiten en in de grond. Daardoor worden in de dynamische werkelijkheid bij vloerisolatie belangrijke besparingseffecten niet meegeteld.
Hoe beter de isolatiewaarde van de vloer des te warmer de vloer, des te sneller de vloer opwarmt en des te langzamer de vloer afkoelt. Dat betekent dat bij wisselende binnentemperaturen de dagelijkse stooktijd korter wordt en dat eenzelfde comfortgevoel verkregen wordt bij een lagere temperatuur van de binnenlucht. Allemaal dankzij de warmere vloer.
Een mogelijk nog belangrijker besparingseffect dat in de berekeningen niet wordt meegenomen is de verkorting van het stookseizoen. De bodem van de kruipruimte heeft geen uniforme temperatuur zoals wordt aangenomen maar neemt in de zomer warmte op en staat die in de winter weer af. Het volgt daarmee de temperatuur van de aarde buiten die aan het einde van de winter, begin van de lente, buiten het koudst is. De buitenfunderingen koelen dan de kruipruimte af als negatieve radiatoren. Dan stroomt er extra veel warmte uit de vloer en de bodem van de kruipruimte naar de koude funderingsmuren. Hoe beter de isolatiewaarde van de vloer, des te minder warmte de vloer afstraalt naar de koude kruipruimtebodem en de nog koudere funderingsmuren. Daardoor ontstaat er binnen veel minder snel behoefte aan extra warmte dan bij bodemisolatie en bij onvoldoende vloerisolatie. Dit heeft een significant effect op de lengte van het stookseizoen. Een effect dat in een stationaire situatie met uniforme temperaturen niet tot uitdrukking komt.
Het ziet er naar uit dat steeds meer woningen verwarmd zullen worden met een warmtepomp of met stadsverwarming. Deze systemen werken het beste met een lage temperatuurverwarming (LTV).
Bij toepassing van LTV wordt vaak gekozen voor vloerverwarming. Milieu Centraal adviseert voor vloeren met vloerverwarming minimaal Rc = 5,0 m²K/W toe te passen. Toch wordt in projecten vaak niet meer dan 3,5 m²K/W toegepast. Iedere verdubbeling van de isolatiewaarde betekent een halvering van de warmtestroom. Daarom adviseert TONZON minimaal Rc = 7,0 m²K/W toe te passen.
Oplossing overbelast stroomnet
Voor wie denkt dat TONZON zich alleen bezighoudt met vloerisolatie heeft het mis. Met de innovaties van dit bedrijf kan de overbelasting van het Nederlandse stroomnet worden verlicht. Een deel van de elektriciteit die we met z’n allen gebruiken gaat 24/7 onnodig verloren bij het warm houden van water. Drie miljoen close-in boilers maken van keukenkastjes één van de warmste plekjes in huis. Inpakken met TONZON folie voorkomt warmte uitstraling en bespaart 70 – 80 kWh per jaar. Bij grotere boilers loopt dit op naar 300 kWh en meer per jaar. TONZON folies zijn een financieel aantrekkelijke en zeer klimaatefficiënte oplossing.
Ga voor meer informatie naar www.tonzon.nl
Google+